Om de tafel gaan met je doelgroep kun je niet vaak genoeg doen, dat bleek maar weer op 31 maart toen we met experts nadachten over het gebruik van de open data van Atlas Leefomgeving en Atlas Natuurlijk Kapitaal. Hieronder nog 3 algemene aanbevelingen die voor kaartenmakers van belang kunnen zijn:
1. Make it simple stupid!
Kaarten moeten makkelijk te lezen zijn; bezoekers hebben behoefte aan begrijpelijke data. Dat is zoooveel gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar het kan niet vaak genoeg gezegd worden. Data die uit datasets van RIVM komen zijn vaak door wetenschappers aangeleverd en met een specifiek doel verzameld. Wil je ze inzetten voor een brede doelgroep, dan kan het gebeuren dat ze bewerkt moeten worden. Geen simpele opgave, wel een belangrijke!
2. Maak het lokaal
Eindgebruikers willen op lokaal niveau hun situatie kunnen raadplegen. Ze willen zien hoe het ervoor staat in hun eigen omgeving bijv. wat is de geluidsdruk op mijn gevel. Dit vraagt om volledige en hyperlokale data die daadwerkelijk iets zeggen over een persoonlijke leefsituatie en de eigen leefomgeving: Wat betekent dit voor mij?
3. Kan ik bijdragen?
Vervolgens willen eindgebruikers zelf ook data gemakkelijk kunnen toevoegen over eigen ervaringen (goede zwemplekken, onontdekte eettentjes op een favoriete route) maar ook beoordelingen (het zwemwater was gevaarlijk, de service was matig). Dit biedt kansen voor rijkere datasets die ook op een andere manier gecureerd moeten worden. De initiatiefnemers van Atlas Leefomgeving onderschrijven deze behoefte. Tijdens de werkconferentie werd nieuwe functionaliteit gelanceerd die burgers in staat stelt om locaties van waterkoeltorens aan de Atlas toe te voegen.